De provincie Limburg gebruikt cookies om jouw surfervaring op deze website gemakkelijker te maken.

Strikt noodzakelijke cookies
Deze cookies zijn strikt noodzakelijk om in de site te navigeren, of om te voorzien in door jou aangevraagde faciliteiten.
Functionaliteitscookies
Deze cookies verbeteren van de functionaliteit van de website door het opslaan van jouw voorkeuren.
Prestatiecookies
Deze cookies helpen om de prestaties van de website te verbeteren, waardoor een betere gebruikerservaring ontstaat.
Online surfgedrag gebaseerde reclame cookies
Deze cookies worden gebruikt om op de gebruiker op maat gemaakte reclame en andere informatie te tonen.

Aanbod

 

Provinciaal reglement betreffende de subsidiëring voor het onderhoud en instandhouding van waardevol, niet beschermd klein historisch erfgoed

De provincieraad van Limburg

Gelet op volgende doelstelling, actieplan en actie van het provinciale beleid 2014-2019:

  • beleidsdoelstelling 2019140005 "Overig beleid"
  • actieplan 2019140083 "Limburgs erfgoed profileren als een bron van authenticiteit, gemeenschapsvorming, verbondenheid, samenwerking en continuïteit in de samenleving om een duurzame maatschappelijke ontwikkeling van Limburg te onderbouwen en om de identiteit van Limburg te kenmerken als een permanente aantrekkingspool voor de wereld
  • actie 2019150005 "Ontwikkelen en sensibiliseren van een werking rond monumentenzorg";

Overwegende dat preventief onderhoud en preventieve conservering en het stimuleren hiervan niet enkel zorgt voor een optimaal behoud van het historisch materiaal, maar op lange termijn ook kostenbesparend werkt door het uitblijven van dure restauraties;

Overwegende dat om bovenvermelde redenen overgegaan werd tot de vaststelling van het "Provinciaal reglement betreffende de subsidiëring voor het onderhoud en de instandhouding van waardevol, niet beschermd klein historisch erfgoed – investeringssubsidie" van 22 april 2015;

Overwegende dat dit reglement een vaste lijst bevat van subsidieerbare types klein historisch erfgoed, namelijk kapellen, kiosken, perrons en schandpalen, waterpompen, water- en bronputten;

Overwegende dat in 2019 en 2020 de 75ste verjaardag van de Tweede Wereldoorlog wordt herdacht en dat voor oorlogsmonumenten geen subsidie gevraagd kan worden;

Overwegende dat daarnaast ook andere types klein historisch erfgoed ondersteuning kunnen gebruiken;

Overwegende dat het om bovenvermelde redenen aangewezen is om over te gaan tot de wijziging van dit subsidiereglement;

Gelet op de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige subsidies;

Gelet op het besluit van de provincieraad van 24 oktober 2012 betreffende de controle op de toekenning en de aanwending van subsidies en de normen voor reservevorming;

Gelet op het besluit van de provincieraad van 20 maart 1996 betreffende de herkenbaarheid van het provinciebestuur in provinciale subsidiereglementen;

Gelet op de budgetsleutel 2019/664020/3/0720/3ER1805o "Investeringssubsidies aan verenigingen, instellingen en openbare besturen/Monumentenzorg/Algemene landschapszorg (erfgoed)" van het budget en het meerjarenplan;

Gelet op artikel 42 van het provinciedecreet;

Besluit

I Voorwerp van het subsidiereglement

Artikel 1: doel en doelgroep

Binnen de perken van het jaarlijks vastgestelde budget kan de deputatie een subsidie verlenen aan (inter)lokale besturen en privaatrechtelijke eigenaars en/of beheerders van patrimonium bij de onderhouds- en instandhoudingswerken van waardevol klein historisch erfgoed en dit met inbegrip van de cultuurgoederen voor zover ze niet beschermd zijn en in de provincie Limburg gelegen zijn.

Artikel 2: verklaring termen of begrippen

Klein historisch erfgoed ("KHE"): gebouwen of onroerende elementen van beperkte omvang die niet bij koninklijk of ministerieel besluit beschermd zijn en die mee het karakter bepalen van een stad, dorp of landschap.
Concreet betekent dit dat:

  1. het goed is opgenomen in de vastgestelde "Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed" van het Agentschap Onroerend Erfgoed. Voorwaarde is dat het goed door ongewenste ingrepen zijn waardevol karakter ondertussen nog niet heeft verloren
    OF
  2. het goed als waardevol erkend is door de Limburgse Commissie Onroerend Erfgoed na toetsing aan de bovenvermelde criteria. De aanvrager bezorgt hiervoor een gemotiveerde aanvraag waarin het waardevolle karakter van het gebouw of de onroerende elementen worden aangetoond.

Cultuurgoederen: roerende goederen die op zichzelf een bijzondere erfgoedwaarde hebben. Deze waarde wordt versterkt omdat ze samen voorkomen met het KHE. Ze zijn ontworpen of vervaardigd voor een bepaald onroerend goed, ofwel zijn ze gerelateerd aan de functie ervan. Ze zijn aantoonbaar verbonden met de geschiedenis van het onroerend erfgoed.

Onderhouds- en instandhoudingswerken: werken die het behoud van het KHE (met inbegrip van de cultuurgoederen) voor de toekomst veiligstellen door het bijwerken, herstellen of vervangen van geërodeerde of versleten materialen of onderdelen met maximaal behoud van het originele materiaal.

Regelmatig of periodiek onderhoud: deze werken behoeden het onroerend erfgoed tegen verval als gevolg van schade, veroorzaakt door natuurlijke verwering, vandalisme en weersinvloeden. Deze onderhoudswerken zijn slechts efficiënt als ze regelmatig gebeuren.

Limburgse Commissie Onroerend Erfgoed: een door de deputatie aangestelde commissie belast met de beleidsadvisering over erfgoed in de provincie Limburg.
Publiek toegankelijke locatie: een locatie die op openbaar domein ligt of die zonder verhindering vanaf het openbaar domein toegankelijk is.

II Voorwaarden voor subsidietoekenning

Artikel 3 : voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • een Limburgse (B) (inter)lokale publiekrechtelijke rechtspersoon zijn OF
  • een privaatrechtelijke rechtspersoon zonder winstoogmerk of feitelijke vereniging, beide met zetel in Limburg zijn OF
  • een natuurlijk persoon zijn
  • in hetzelfde jaar voor hetzelfde project niet én een subsidie ontvangen én een nieuwe subsidieaanvraag indienen
  • opdrachtgever zijn van het investeringsproject dat wordt uitgevoerd op het KHE waarvan hij zelf eigenaar of houder van een zakelijk recht (vruchtgebruik, erfpacht, opstal, ...) is
    OF
  • een huurovereenkomst, een gebruiksovereenkomst of een concessieovereenkomst hebben die nog minstens 5 jaar loopt op het onroerend goed waarvoor een aanvraag wordt ingediend
  • voldoen aan alle verplichtingen die voortvloeien uit eerdere toekenningen van gelijkaardige of andere subsidies van de provincie Limburg.

Artikel 4: voorwaarden waaraan het investeringsproject inhoudelijk moet voldoen

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet het investeringsproject inhoudelijk aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • het KHE moet inhoudelijk beantwoorden aan de termen en begrippen van bovenvermeld artikel 2
  • de focus ligt op het KHE met een (verdwenen) publieke functie die mee het karakter van een stad of dorp heeft bepaald
  • het KHE moet gelegen zijn op het grondgebied van de provincie Limburg (B)
  • het KHE is niet bij koninklijk of ministerieel besluit beschermd
  • het KHE moet op een publiek toegankelijke locatie liggen
  • er moet bij Monumentenwacht Limburg een conditierapport of een advies aanwezig zijn, opgemaakt door Monumentenwacht Limburg, waaruit blijkt dat de werken waarvoor een ondersteuning wordt gevraagd noodzakelijk zijn voor het behoud. Dit rapport mag niet ouder zijn dan 3 jaar.

Artikel 5: voorwaarden m.b.t. de werken aan het KHE

Om in aanmerking te komen voor een subsidie moeten de werken aan het KHE aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • enkel de onderhouds- en instandhoudingswerken die aanbevolen worden in het conditierapport van Monumentenwacht Limburg, zoals bedoeld in artikel 4, punt 6 komen in aanmerking voor de toepassing van dit reglement
  • de uit te voeren werken worden in eigen beheer of door een reguliere aannemer of deskundige uitgevoerd op basis van een prijsofferte aangevraagd door de opdrachtgever
  • alle werken moeten vakkundig uitgevoerd worden met respect voor de erfgoedwaarde van het KHE; de aanvrager is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de uit te voeren werken
  • de werkzaamheden aan het KHE mogen nog niet gestart zijn op het moment van de indiening van de aanvraag.
  • tijdens de uitvoering mag geen wijziging aangebracht worden in de lijst van goedgekeurde werken, tenzij met de goedkeuring van de deputatie of haar gemachtigde.

III Indiening van de subsidieaanvraag

Artikel 6: de termijn, wijze en het adres van de indiening van de aanvraag

De aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie kan op de volgende wijze gebeuren:

  • per post
  • afgeven tegen ontvangstbewijs
  • elektronisch.

Elektronische indiening geniet de voorkeur.

Meteen na het indienen wordt de ontvangst van de aanvraag bevestigd en worden het verdere verloop en eventuele bijkomende instructies meegedeeld aan de aanvrager.

De aanvraag tot het verkrijgen van een subsidie moet vóór de start van de werken ingediend worden.

Een aanvraag voor een tegemoetkoming in de kosten voor werken aan verschillende elementen van het KHE kan in één aanvraagdossier gevraagd worden.

De aanvraag moet ingediend worden op volgend adres:

Onroerend Erfgoed
Directie Omgeving
provincie Limburg
Universiteitslaan 1, B-3500 Hasselt
Tel.: 011 23 75 13
E-mai:l pcce@limburg.be

Artikel 7: documenten in te dienen bij de aanvraag

Voor iedere aanvraag moeten de volgende documenten in 1 exemplaar ingediend worden:

  • een volledig ingevuld, gedateerd en ondertekend aanvraagformulier met:
  • een verklaring op eer waarin wordt gemeld of de btw op de bedoelde onderhouds- en instandhoudingswerken al dan niet kan worden gerecupereerd.
  • een verantwoording waarin wordt aangetoond dat het gaat om waardevol klein historisch erfgoed zoals bedoeld in artikel 2
  • een begroting van ontvangsten en uitgaven van de werken o.b.v. de offerte of - in het geval van werken in eigen beheer - op basis van de geplande materiaalkosten en/of huur van werktuigen
  • een visie en een plan van het periodiek onderhoud en/of van de onderhouds- en instandhoudingswerken die over een periode van 6 jaar zullen worden aangepakt, opgemaakt op basis van de aanbevelingen in het conditierapport van Monumentenwacht Limburg
  • een (gedetailleerde) beschrijving van de werken met verwijzing naar het conditierapport van Monumentenwacht Limburg en met vermelding van de gebruikte materialen, de uitvoeringswijze en -termijn, eventueel geïllustreerd met foto's en/of plannen
  • een verklaring waarin de aanvrager zich verbindt om voor een termijn van minimum 6 jaar lid te blijven bij Monumentenwacht Limburg om een goede monitoring van het onderhoud te garanderen
  • de statuten (voor vzw)
  • een kopie ter bewijs van het eigendoms- of zakelijk recht (vruchtgebruik, erfpacht, opstal, …) van het KHE of van de huurovereenkomst, gebruiksovereenkomst of concessieovereenkomst tussen aanvrager en eigenaar
  • een schriftelijk akkoord van de eigenaar van het KHE met het investeringsproject (ingeval de aanvrager niet zelf eigenaar is).

Bij een elektronische aanvraag geldt het mailbericht als ondertekening.
Het aanvraagformulier kan op het adres vermeld in bovenvermeld artikel opgevraagd worden of kan van deze website worden gehaald.

IV Toetsing van de subsidieaanvraag

Artikel 8: toetsing op volledigheid

De aanvraag wordt onderzocht op volledigheid.

De aanvrager die een onvolledige aanvraag indient, krijgt schriftelijk de vraag om de ontbrekende documenten alsnog in te dienen binnen de meegedeelde termijn. Een aanvraag die niet vervolledigd wordt binnen deze termijn komt in dat jaar niet meer in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit reglement.
De aanvrager zal hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht.

Artikel 9: toetsing aan de voorwaarden waaraan de aanvrager moet voldoen en aan de voorwaarden waaraan het project inhoudelijk moet voldoen

De aanvraag wordt getoetst aan de voorwaarden vermeld in het reglement.

Indien er vragen zijn in verband met de uitvoeringswijze, krijgt de aanvrager schriftelijk de vraag om het dossier volgens de opgegeven opmerkingen aan te passen of aan te vullen en opnieuw in te dienen binnen de meegedeelde termijn. Een aanvraag die niet aangepast wordt binnen deze termijn komt in dat jaar niet meer in aanmerking voor een subsidie in het kader van dit reglement.
Hiervan wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld.

Aanvragen voor KHE die niet opgenomen zijn in de vastgestelde "Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed" van het Agentschap Onroerend Erfgoed worden, vóór de beslissing over het al of niet toekennen van de subsidie, voor advies voorgelegd aan de Limburgse Commissie Onroerend Erfgoed.

Artikel 10: toetsing op krediet

Indien de kredieten die in het budget voor dit reglement zijn ingeschreven, uitgeput zijn, komt de aanvraag in het lopende budgetjaar niet meer in aanmerking voor toekenning.

Indien een project niet gehonoreerd wordt, maar wel voldoet aan de voorwaarden vermeld in dit reglement, zal de aanvrager hiervan schriftelijk op de hoogte worden gebracht met de vraag of hij zijn aanvraag wenst te behouden voor het volgende budgetjaar. In voorkomend geval wordt in de eerste plaats rekening gehouden met de postdatum of bij onleesbaarheid de datum van ontvangst van de aanvraag of, ingeval van een onvolledig dossier, vanaf de datum van ontvangst van de ontbrekende documenten bedoeld in artikels 8 en 9 van dit reglement en komen de aanvragen chronologisch in aanmerking.

Artikel 11: besluitvorming over de subsidieaanvraag

De deputatie beslist binnen een termijn van 3 maanden, te rekenen vanaf de postdatum of bij onleesbaarheid de datum van ontvangst van de aanvraag of in voorkomend geval vanaf de datum van ontvangst van de ontbrekende documenten bedoeld in artikel 8 van dit reglement of na de aanvulling, aanpassing van de aanvraag zoals bedoeld in artikel 9 van dit reglement, of de aanvraag al of niet in aanmerking komt voor een subsidie en bij een toekenning van de subsidie welk subsidiebedrag wordt toegekend.
De aanvrager zal schriftelijk in kennis gesteld worden van de beslissing.

V Berekening van het subsidiebedrag 

Artikel 12: bepaling van het subsidiebedrag

Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 60 % van de geraamde kosten die in het kader van dit reglement in aanmerking komen voor een subsidiëring.

Enkel de onderhouds- en instandhoudingswerken die opgesomd zijn in het aanvraagformulier onder punt 9 komen in aanmerking voor subsidiëring.

Kosten voor eigen personeel komen niet voor subsidiëring in aanmerking, enkel de gebruikte materialen en/of huur van werktuigen.
Btw is enkel subsidieerbaar indien deze door de opdrachtgever niet kan worden gerecupereerd.

Bij een samenwerkingsverband met een erfgoedorganisatie waarvan de provinciale overheid zelf het bevoegde gezag uitoefent, komen alle provinciale gemaakte kosten in het kader van dit project niet voor subsidiëring in aanmerking.

Indien uit de ingestuurde afrekening, zoals vermeld in artikel 16, blijkt dat de uiteindelijke kosten voor het project lager liggen dan de oorspronkelijke raming (waarop de subsidie werd berekend), wordt de subsidie verhoudingsgewijs aangepast zodat de definitieve provinciale subsidie nooit hoger kan liggen dan het maximale vastgelegde percentage van 60 % vermeld in dit artikel.

Artikel 13: maximumsubsidiebedrag

Het subsidiebedrag bedraagt maximaal 12.000,00 euro per aanvraag.

Artikel 14: minimumsubsidiebedrag

Indien na toetsing en berekening het subsidiebedrag lager dan 1.500,00 euro is, zal de subsidie niet toegekend worden.

VI Betaling van het subsidiebedrag

Artikel 15: wijze van betaling

Het toegekende subsidiebedrag wordt in twee schijven betaald.
Een eerste schijf van 50 % wordt betaald bij de toekenning.
Het saldo wordt betaald nadat de voorwaarden vermeld in het volgende artikel zijn vervuld.

Artikel 16: voorwaarden tot betaling van het saldo

Uiterlijk 4 maanden na afloop van het project, moet een aanvraag tot betaling van het saldo samen met de volgende documenten ingediend worden:

  • een kort verslag van het project
  • een gedetailleerde, gedateerde en ondertekende afrekening waarbij de uitgaven worden gestaafd door verantwoordingsdocumenten (facturen, schuldvorderingen, kastickets enz.)
  • bewijzen van provinciale ondersteuning (indien van toepassing).

Het saldo wordt zo spoedig mogelijk betaald na ontvangst van deze documenten op het adres vermeld in bovenvermeld artikel 6, na controle en aanvaarding van deze documenten, en na een afzonderlijke beslissing van de deputatie. De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van deze beslissing.

VII Verplichtingen na de toekenning van een subsidie

Artikel 17: verplichtingen na de toekenning

Indien in het kader van dit reglement aan de aanvrager een subsidie wordt toegekend verbindt deze zich ertoe:

  • de toegekende subsidie aan te wenden voor het doel waarvoor zij werd toegekend
  • het project uit te voeren binnen een termijn van 2 jaar vanaf de toekenning
  • melding te maken van de ondersteuning door de provincie op de wijze zoals bepaald door de deputatie bij toekenning
  • het project binnen de termijn zoals aangegeven in het aanvraagformulier te realiseren. Uitzonderlijk kan de deputatie beslissen tot een verlenging van de realisatietermijn, waarbij automatisch ook de termijn tot indiening van de betalingsaanvraag (artikel 16) met eenzelfde duur wordt verlengd. Hiertoe moet de aanvrager een gemotiveerde aanvraag indienen op het adres vermeld in bovenvermeld artikel 6 met opgave van de reden en de duur van de gewenste verlenging.
    De aanvrager wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de beslissing tot het al dan niet verlengen van deze termijnen.

VIII Controle en sancties 

Artikel 18: controle op de aanwending van de toegekende subsidie

De provincie heeft steeds het recht toezicht en controle uit te oefenen bij de begunstigde van de subsidie die hem in het kader van dit reglement werd toegekend. De begunstigde verbindt er zich toe de nodige inlichtingen te verstrekken en de controle van de provincie Limburg te aanvaarden.

Artikel 19: sancties

Indien de begunstigde één of meer verplichtingen voortvloeiend uit dit reglement niet nakomt, kan de provincie het reeds betaalde subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk terugvorderen, of in voorkomend geval beslissen tot het niet-betalen of het gedeeltelijk niet-betalen van de toegekende subsidie. Verder kan voor een periode vastgesteld door de deputatie de begunstigde uitgesloten worden om in de toekomst in aanmerking te komen voor subsidies van de provincie Limburg.

IX Slotbepalingen 

Artikel 20: inwerkingtreding en geldigheidsduur

Dit reglement treedt in werking vanaf 25 april 2019.

Artikel 21: opheffings- en overgangsbepalingen

Het "Provinciaal reglement betreffende de subsidiëring voor het onderhoud en de instandhouding van waardevol, niet beschermd klein historisch erfgoed" van 22 april 2015 wordt hierbij opgeheven.

Subsidieaanvragen die werden ingediend in het kader van het "Provinciaal reglement betreffende de subsidiëring voor het onderhoud en de instandhouding van waardevol, niet beschermd klein historisch erfgoed" van 22 april 2015 en die nog in behandeling zijn op 25 april 2019 worden verder behandeld overeenkomstig de voorwaarden en procedure bepaald in het reglement van 22 april 2015.

De betalingsmodaliteiten, de verplichtingen na toekenning van een subsidie in het kader van het opgeheven reglement alsook de controle- en sanctiemogelijkheden ervan worden in voorkomend geval eveneens geregeld overeenkomstig het opgeheven reglement.

Artikel 22: interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden

Alle interpretatiegeschillen en onvoorziene omstandigheden betreffende de toepassing van dit reglement worden behandeld door de deputatie.

Hasselt d.d. 2019-04-24

De provinciegriffier wd.,
Liliane Vansummeren

De voorzitter
Huub Broers

Contactgegevens dienst

Directie Ondernemen, Erfgoed
Universiteitslaan 1
3500 Hasselt

tel. 011 23 75 75
e-mail pcce@limburg.be

Openingsuren

Het Provinciehuis is elke werkdag geopend van 9.00 tot 12.00 u. en van 12.30 tot 16.30 u.

  • Subsidies
    Menu inklappen
    Menu uitklappen